In dat zelfde bos werd ook een eenzaam groen brievenbusje geleegd door een telefonerende meneer. Hij vroeg mij, wandelaar en stilgevallen door de aanblik van de bladblazer in het bos, of hij me ergens mee kon helpen. Loskomend uit mijn trance antwoordde ik dat ik een bladblazer in het bos zag staan. In plaats van het verwachte praatje dat daarop zou volgen, werd de man boos en zei: ‘Weet u wel dat u op mijn oprijlaan staat!’.
De oprijlaan? Deze opmerking negerend gaf ik aan dat ik het gewoon wel bijzonder vond, zo’n bladblazer in het bos. Iets in die opmerking werkte kalmerend en hij legde mij –arm mens- geduldig uit dat je het bospaadje tussen je huis en je brievenbusje bladvrij moest houden want als je het niet bijhield kon je het brievenbusje (of andersom, je huis) niet meer vinden. Dat de bladblazer niet alleen dat paadje maar in zijn blaasdrift het hele bos rondom het paadje had leeg gewapperd, zag hij blijkbaar niet als een opvallend fenomeen. Terwijl ik geïnteresseerd luisterde werd hij ineens toch weer boos en zei: ‘Hoe bent u hier eigenlijk gekomen, want vandaar uit loopt het wandelpad over privé terrein of hoe komt u hier anders terecht?’.
Nonchalant wees ik achter me en zei ‘O, ik woon daar’ (als in: ik hoor hier ook), maar ‘daar’ bleek een reusachtige bos-villa te zijn, terwijl ik natuurlijk doelde op een huisje verder op in het dorp. Het was duidelijk dat hij niet geloofde dat ik uit de bos-villa kwam en blij met de ontmaskering blafte hij nog wat als ‘o ja?, o ja?’, waarop ik opnieuw zei dat ik het verschil in perspectief tussen ons op de bladblazer zo bijzonder vond. Ik probeerde daarmee opnieuw aan te tonen dat ik naar mijn idee geen bedreiging vormde maar een kletspraatje zat er toch ook niet meer in.
Hoe absurd en grappig de situatie ook was, ik was hevig aangedaan door de neerbuigende toon waarop ik – wandelaar en dorpsgenoot – om oneigenlijke redenen op mijn plek was gezet. Op de plek van het plebs, het gewone volk, dat zich niet op gelijke voet diende te verhouden met de ‘bazen van de wereld’. De klassenvrije samenleving leek nog niet overal doorgedrongen, ook thuis niet bleek later waar mijn wandelvriendin zei dat een bladblazer in het bos absurd was maar dat zij er nooit iets van zou laten merken, net als mijn huisgenoot die zijn wijsheid uit een ver ‘oud-geld’-verleden met mij deelde, door te zeggen dat ik voortaan gewoon vriendelijk moest knikken in het voorbijgaan, zonder iets te zeggen. De eerstvolgende keer dat ik daar met hem liep en de man weer bij zijn brievenbusje stond maakte hij rechtsomkeert!
Mijn buurman -politieman- wist mij te vertellen dat hij in hetzelfde bos had hard gelopen en zich kapot was geschrokken van een man achter een boom – zonder bladblazer maar met jachtgeweer. Geschrokken riep hij uit: ‘Wat doet u nou!’ waarop de man boos reageerde met: ‘Wat doet U hier kan ik beter vragen’.
Ik vraag me sindsdien alleen maar af: wie was hier niet op zijn plek? De bladblazer in het bos of ik.
Leven en Werk – training, supervisie, workshop en coaching.
Over Plek geeft Leven en Werk ook (team)training, supervisiebijeenkomsten en coaching.
Over de training Plek nemen in je team en organisatie:
Met humor en stevige theoretische onderbouwing creëerde Edith een dag met een fijne groep die open en in volle samenwerking aan de slag ging met het onderwerp “je plek nemen”. Als trainer doorziet Edith persoonlijke en organisatievraagstukken direct en weet met respect, liefdevol en doortastend inzichten te creëren voor alle deelnemers. Ik was al fan, maar vanaf nu kan ik haar ook echt aanraden aan iedereen die een coach of trainer zoekt die werkelijk het verschil durft te maken. Ingeborg Wegter (interim manager/docent Management in de zorg).
Leven en Werk heeft in de voormalige gevangenis De Vrije Wolf een Nieuwe werkplek gevonden – een symbolische plek voor Vrij zijn in je werk, team en organisatie. #Leiderschap en samenwerken #Persoonlijk leiderschap # Plek #Perspectief op de zaak #Leidinggeven en managementvaardigheden #effectieve communicatie.