Categorie archief: professioneel functioneren

3-stappen reflectieles voor #@doeners in tijden van niet-doen.

Veel doeners zijn tot stilstand gekomen, zo plots als een trein op de noodrem, als een mier op het bospad voor een mensenvoet. ‘Eindelijk tijd voor reflectie!’ roept de niet-doener. Tijd om de verbinding met jezelf weer even aan te gaan, een kopje thee te drinken met jezelf, voor wat reflectie op de eeuwige drukte, voor bezinning op de levenspraktijk.

De drive of overdrive van de doener is echter niet zomaar te keren, ook niet als de thuiswerksituatie iets anders vraagt dan heel hard werken of überhaupt iets doen. Precies dat lijkt de thuisblijvende doener dan ook veel stress op te leveren.
Wat maakt dat doeners toch zo moeilijk de boel de boel kunnen laten? Ik vraag het gewoon even.

Doener, wat maakt dat je de boel de boel niet gewoon even laat?

Doener: Om – dat – het – wel – moet – ge – beu – ren!
Reflectiegoeroe: Wat moet wel gebeuren?
Doener: Afwerken van werklijsten!
Reflectiegoeroe: Hoezo?
Doener: Dat is belangrijk!
Reflectiegoeroe: Hoezo?
Doener: Waar kom jij vandaan zeg; om nuttig te zijn natuurlijk, geld verdienen, promoveren, ontwikkelen, groeien, verbeteren, mensen helpen, de wereld redden, gezien worden, weet ik veel, alles. Daarom.
Reflectiegoeroe: Daarom is geen reden
Doener: Ik moet toch iets doen!? Als ik niks doe, ga ik dood.
Reflectiegoeroe: WAT gaat dan dood?
Doener: Ik.
Reflectiegoeroe: Nee joh, JIJ gaat niet dood! Dat superdrammerige egootje van je, dat gaat dood. Is dat erg?
Doneer: Ja! Want het zorgt goed voor mij.
Reflectiegoeroe: Voor wat dan?
Doener: Dat ik lekker veel te doen heb.

Kies I
Reflectiegoeroe: Daar heb ik niet van terug. Veel succes nog!

Of kies II en ga door
Reflectiegoeroe: Als je veel te doen hebt, wat dan?
Doener: Dan ga ik bereiken wat ik wil bereiken en dan ben ik gelukkig. Ik werk dus eigenlijk aan mijn geluk, om gelukkig te worden! (He, mooi inzicht, bedankt!).

Stop hier of ga door.
Reflectiegoeroe: Ben je nu niet gelukkig dan?
Doener: Daar ga ik niet over maar ik ga in elk geval niet dood van verveling. Wie ben ik nou helemaal als ik niets doe?
Reflectiegoeroe: Een gefrustreerd mens, of eigenlijk ben je niemand, je bent!
Doener: Grapjas! Dit was toch een grapje deze opmerking?
Reflectiegoeroe: Nee.
Doener: Zeg mij dan wat ik waard ben als ik niks meer zou doen?
Reflectiegoeroe: Niks, zeker economisch gezien. Doet dat er toe?
Doener: Oké dan, maar wat moet ik dan doen als ik niet meer doe wat ik moet doen?

Kies I
Reflectiegoeroe: Heb je een vitaal beroep in de non profit sector?
Doener: Nee …
Reflectiegoeroe: Oei, dan weet ik het ook niet meer.
Of kies II en ga door
Reflectiegoeroe: Niets dus! Wees waardig en aanwezig en zie wat je doet tijdens je leven en in je werk.
Doener: Oké, best joh, maar hoe moet ik dat dan doen?
Reflectiegoeroe: Dat is een goeie vraag voor een persoonlijk reflectiemoment!
Doener: Een wat?
Reflectiegeroe: Een reflectiemoment, tijd nemen om na te denken over jezelf, over de doener in jezelf.
Doener: Maar IK BEN de doener.
Reflectiegoeroe: O ja joh eigenwijs? Stel jezelf maar eens wat lastige vragen dan zoals: ben ik wel de doener als ik over de doener praten kan? Als je de doener niet BENT, wie ben je dan wel
Doener: Mindfuck dit, doei!
Reflectiegoeroe: Ho ho nou even niet gaan opgeven ja!
Doener: Dan vraag ik het nog een keer: wat doe je dan als je niets doet?
Reflectiegoeroe: Reflecteren op je handelen. Zien wat je doet. Wel zien wat je doet.
Doener: Oke, interessant, hoe doe je dat dan?
Reflectiegoeroe: Goeie vraag weer! Meteen maar even de drie hoofdzaken op een rij met tips om aan de slag te gaan?
Doener: Yes! Fijn! Super bedankt! Reflecteren kun je dus doen.
Reflectiegoeroe: Ja wat jij wilt joh. Ga jij lekker reflecteren doen.

De 3 stappen naar reflectie doen.
1: Ga ergens staan, zitten of liggen.
2:
Richt je aandacht op waar je gedachten of gevoel naar uit gaan.
Kijk wat er opkomt.
3: Stel jezelf een vraag of meer, over je handelen, bijvoorbeeld:
Wat deed ik?, Waarom?, Wat maakte dat ik dat deed?, Deed ik teveel of precies goed?, Wat waren de gevolgen daarvan voor anderen, voor mezelf?, Wilde ik dat effect?, Wat had ik anders gewild?, Waarom?, Wat ga ik voortaan anders doen?, Hoe ga ik dat doen?, Wie of wat gaat me daarbij helpen? Schrijf of maak je bewust van wat er bij je opkomt tijdens dit proces.

Hoe je handelt hangt af van hoe je naar de dingen kijkt! Het is maar net hoe JIJ kijkt, dus weet hoe je kijkt, dan kun je ook anders kijken en wellicht anders handelen!

Bezint eer gij straks weer begint!
Doeners, neem die gedwongen reflectietijd en doe even niets voordat je straks weer als een dolle stier losbreekt en alles kapot tettert in je drive tot verwezenlijking van een onbewust en onbelangrijk iets zonder te weten waarom of te verzinnen waarom, intussen het wezenlijke uit het oog verliezend namelijk nu al leven in gezondheid en harmonie.

Leer kennen die niet doener!
D
iegene die in tijden van stilstand tevoorschijn kan komen, als alles vertraagd en
die weet heeft van begin en eind, rust en actie, bron en bestemming,
van de weg terug naar de basis en die een pas terug doet en kan ontvlechten, ontknopen,
zodat de doener daarna weer verruimd en vrij verder kan.

Op naar een balans tussen de doener en de niet-doener in leven en in werk.

 


Vraag een reflectiegesprek aan via: levenenwerk@edithlindhout.nl – een livegesprek of online: schriftelijk, telefonisch/ met of zonder beeld. Edith Lindhout is coach, trainer en teambegeleider bij Leven en Werk in persoonlijke en professionele leiderschapsontwikkeling bij samen werken. Voor leiders en teamleden. www.edithlindhout.nl

 

 

Ben je nou helemaal Stapel geworden? Over presterende professionals die preventief potentiële ontsporing willen voorkomen.

IJdel, gedreven door macht en aanzien, afschuwelijk tegen leerlingen bij tegenspraak, bluffend door iedere scepsis heen, charmant en charismatisch tijdens het beïnvloeden van junioren, uitgekookt in het bedonderen van senioren en collega´s. Enkele reacties uit het rapport over het functioneren van Diederik Stapel, de Tilburgse hoogleraar die onderzoeksresultaten fingeerde.
Over Stapel zijn
Iets doen en daarvan weten dat het niet deugt, doorgaan ook als je weet dat je niet goed bezig bent. Dat is mijn definitie van Stapel zijn. 
Wij zijn niet Stapel!
Net als Stapel hebben we als professionals, in ontwikkelland, een vak waar we voor staan, waarmee we waarde willen toevoegen aan onze omgeving en, eerlijk is eerlijk, daarmee graag ook naam en faam maken. Echter, fraude en bedrog plegen om de resultaten van ons werk mooier te maken, zo Stapel zullen wij het in ons vak niet maken. 
En toch? Een voorbeeld van een ‘verdwaalde’ trainer
Als zelf gerespecteerd senior trainer/organisatiebegeleider trof ik mezelf onlangs aan in een ‘teambuildingsessie’ en ik hoorde mezelf door een stressvol  hoog bewustzijnsniveau  zeggen: ‘Hallo, ik ben Edith Lindhout’ om daarna in zwijgen te vervallen. Slechts een vaag gevoel van schaamte ontstond in mij zoals ik daar stond met mijn 1m84 in een te korte overall waardoor de broekspijpen op hoog water stonden en de te grote schoenen er opvallend onderuitstaken. Bovendien droeg ik een vormeloos haarkapje en een stofbril, model Lee Towers. Tegenover mij stonden 20 deelnemers, net als ik in ‘tele-tubbiepak’, mij en elkaar aan te kijken in een sciencefictionachtige witte trainingsruimte, raamloos, TL-bebalkt en met droge steriele lucht. In deze gesteriliseerde omgeving was geen water en eten toegestaan en geen wc aanwezig. Een lange stilte, in afwachting van mij, volgde. Ik werd geacht vier van deze sessies van 2 uur voor 6 teams, te gaan doen en ik hoorde mezelf denken: ‘Wat doe ik hier, met deze mensen?’.
Ai, kan dit wel?
Ai, hoor ik u denken. Wat is dit voor een trainingsruimte? En aIs dit teambuilding is, hoe herkennen de deelnemers elkaar dan en hoe communiceren zij met elkaar over hun gedachten en gevoelens met betrekking tot de reorganisatie als zij elkaar niet kunnen zien en nauwelijks kunnen horen? Hoe zit het met de kwaliteit van het programma en het effect voor de deelnemers en de organisatie. Is dit eigenlijk arbo-technisch wel verantwoord? Hoe zit het met de basisvoorwaarden voor een training en de gezondheidscondities voor de trainer en wat vind deze er eigenlijk zelf van wat ze nu helemaal wel niet aan het doen is? Hoe haalt ze het eigenlijk in haar hoofd om deze opdracht aan te nemen? Welk bureau heeft dit eigenlijk verkocht? Zijn ze nu helemaal Stapel geworden?
Wat doe je dan?
Mijn algemeen aanvaarde professionele reactie was om me groot te houden en door te buffelen en bluffen over nut en zin en programmaopbouw en begrip voor iedereen, het beste ervan maken binnen de randvoorwaarden en tijd en kostuums die ons gegeven waren. Ondanks een dalende motivatie en zelfvertrouwen ging ik vooral niet zeggen: ‘Dit gaat niet!’. Niet bij mij, niet voor jullie, niet voor de organisatie en niet voor de opdrachtgever. Op dat moment ging ik ‘gewoon’ door. Na afloop was ik kapot. En ik wist: ik moet nog 23 keer.
Zijn wij niet allen Stapel?
Ik begon mij af te vragen hoe lang verschillende partijen het spel zouden blijven meespelen, wetende dat het werk geen enkele positieve werking kende? Geen enkel gewenst resultaat zou opleveren? En dan toch doorgaan, is dat niet ook een soort van fraude en bedrog maar dan vertaald naar de wereld van opleiden en ontwikkelen?
Niet het doel en resultaat van de interventie staan centraal, maar de uitwisseling van diensten en geld, goede bedoelingen, vriendschapsgevoelens en verhogen van omzet en het gevoel ‘iets gedaan te hebben’ en klaar te zijn na gedane zaken.
Over de professionele grens heen
Als professional kwam ik mijn persoonlijke professionele grenzen tegen. Wilde ik deze met voeten treden? Nooit eerder stond ik in mijn werk zo aan de grens van de rekbaarheid in wat nog kan en wat echt niet meer kan rond het leveren van producten met bepaalde prestatieverwachtingen. Ik kon kiezen voor doorgaan -en daarmee geld verdienen- of de opdracht teruggeven –en mezelf als zelfstandig professional serieus blijven nemen.
Te rade bij Stapel, een gesprek.
Met Stapels persverklaring van 3 november, heb ik mijn gedachten kunnen scherpen en een en ander kunnen afleiden voor presterende professionals die preventief potentiële ontsporing willen voorkomen.
Stapel: In de academische wereld ligt het ambitieniveau hoog en is de competitie voor schaarse middelen enorm.
Edith: Nou, dat lijkt mijn werk wel! Maar wat wilt u daarmee zeggen?.
Stapel: De afgelopen jaren is die druk mij te veel geworden.
Edith: Welke druk precies?
Stapel: Ik heb de druk te scoren, te publiceren, de druk om steeds beter te moeten zijn, niet het hoofd geboden.
Edith: U voelde de druk om steeds beter te moeten zijn? En u zegt dat u deze druk niet ‘het hoofd geboden heeft’, er geen weerstand aan geboden heeft, maar wat deed u dan wel met die druk?
Stapel: Ik wilde te veel te snel.
Edith: Wat bedoelt u daar concreet mee?
Stapel: In een systeem waar weinig controle is, waar mensen veelal alleen werken, ben ik verkeerd afgeslagen.
Edith: O, dus door de voor uw beleving te hoge prestatiedruk en te weinig controle bent u verkeerde dingen gaan doen? Welke dingen deed u dan precies
Stapel: Ik heb de fout gemaakt dat ik de waarheid naar mijn hand heb willen zetten en de wereld net iets mooier wilde maken dan hij is
Edith: Dat klinkt nobel zeg, maar wat deed u nu precies verkeerd?.
Stapel: Ik heb gebruik gemaakt van oneigenlijke middelen …
Edith: U bedoelt onderzoekgegevens vervalst?
Stapel: … om de resultaten aantrekkelijk te maken.
Edith: Ja oké, maar vervalst is vervalst en voor wie werd het dan toch aantrekkelijker? Niet voor de vleeseters denk ik.
Stapel: Ik hecht eraan te benadrukken dat de fouten die ik heb gemaakt, niet zijn voortgekomen uit eigenbelang
Edith: Uit wiens belang dan wel?
Stapel: Ik besef dat er nog heel veel vragen zijn. Mijn huidige gesteldheid staat mij echter niet toe deze te beantwoorden. Ik zal nog diep moeten graven om te achterhalen waarom dit alles gebeurd is, wat mij hiertoe heeft bewogen.
Edith: Nou volgens mij valt dat toch wel mee? Het lijkt me voor de hand liggen: u wilde presteren op hoog niveau om naamsbekendheid te verkrijgen en dat kon alleen door te frauderen dacht u. Dat u dit niet hebt uitgewisseld in een intercollegiale leersessie lijkt me inderdaad iets om uit te zoeken.
Stapel: Ik heb hierbij hulp nodig die ik inmiddels ook heb gekregen.
Edith: O, dus ik ben hier als coach niet gewenst?
Stapel: Hier wil ik het op dit moment bij laten.
Verkeerd afslaan
Rasoplichters daargelaten, met ‘verkeerd afslaan’ volgens Stapel, gaan we als professionals voor persoonlijke ambitie, succes, aanzien en bekendheid zonder de verbinding met kwalitatief hoogwaardig en betrouwbaar werk binnen de grenzen van het professioneel toelaatbare volgens branche, beroepsgroep (en soms zelfs ook de rechtbank). ‘Verkeerd afslaan’ betekent alle middelen daartoe heilig achten, zo ook het overschrijden van de afgesproken professionele grenzen.
Preventie voor potentiële ontsporing van profs: in afbakening ligt kwaliteit 
De belangrijkste les van Stapels ondergang is dat hij verkeerd is afgeslagen omdat hij niet werd gecontroleerd. Juist bij professionals met een sterke identificatie met werk en werken, en het verlangen daarin succes te hebben en wellicht zo een gevoel van bestaansrecht en eigenwaarde op te doen, ligt het gevaar op de loer je te verliezen in een Stapel. Juist dan is een beroepsgroep/collega’s belangrijk om de persoonlijke en afgesproken professionele grenzen uit te wisselen en op aan te spreken. In de afbakening ligt de kwaliteit, in dat wat we NIET doen.
Codewoord Stapel: Werking of werken
Laat Stapel een codewoord zijn, voor de bereikte grens, voor de maximaal bereikte oprekking van de verbinding tussen persoonlijke ambitie en leveren van kwaliteit. Daar voorbij betekent Stapel zijn: voorbij de professionele maat, waar alleen persoonlijke ambitie regeert, waar professioneel succes in het teken staat van persoonlijke behoefte en gemis. Dan blijft het vak gaan over de werking van ons werk en niet over onze naam en faam door het werk. Over ‘eerlijk scoren’ gesproken.